Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zeide: Ik [16]zal zekerlijk met u trekken, behalve dat de eer de uwe niet zal zijn [17]op dezen weg, dien gij wandelt; want de HEERE zal Sisera [18]verkopen in de hand ener [19]vrouw. Alzo maakte Debora zich op, en toog met Barak naar Kedes. 16. Hebreeuws, gaande gaan, of trekkende trekken. 17. Of, op dezen tocht, dien gij doet. Anders, om des wegs wil dien gij gaat; dat is, omdat gij zo zwak van vertrouwen zijt, dat gij zonder mij het gebod des Heeren niet wilt achtervolgen, zo zal ook een vrouw daarvan de eer hebben. 18. Dat is, overleveren. Zie boven, hfdst.2 vs.14. 19. Dit kan men verstaan van Jael, of ook van Debora zelve.